Page 50 - Reukrevalidatie voor gelaryngectomeerden
P. 50
50 Plaatje 4: Het water in de manometer beweegt goed, richting de neus Als het u goed lukt om het water in de manometer verschillende keren achter elkaar omhoog te bewegen met weinig inspanning, dan kunt u gaan oefenen om het water steeds hoger te laten komen in de manometer. Dit moet ook weer met zo weinig mogelijk inspanning gebeuren. Door alleen uw tong wat krachtiger en sneller van het gehemelte naar beneden te bewegen, ontstaat er een grotere luchtstroom naar uw neus. De beweging van het water is dan ook groter. De manometer is alleen een hulpmiddel bij het oefenen. Om de manometer te kunnen gebruiken moet één neusgat worden afgesloten. Wanneer u de gaap- ruikmethode eenmaal beheerst en met behulp van deze methode echt iets wilt ruiken, heeft u de manometer niet meer nodig. Het neusgat hoeft dan dus ook niet meer te worden afgesloten. 5 Als het niet lukt Er moet bij het uitvoeren van de gaap-ruikmethode op een aantal dingen tegelijk worden gelet. Dat is lastig en het is dan ook heel goed mogelijk dat het water in de manometer niet of niet goed beweegt. Het water blijft dan stilstaan of beweegt juist van de neus af. Als dat gebeurt kunt u het beste de voorgaande paragrafen nog eens aandachtig doorlezen. Oefen daarna de beweging nog eens stap voor stap, zonder de manometer en met de spiegel. Let op of u de vier belangrijkste punten van de gaap-ruikmethode allemaal goed uitvoert. Probeer vervolgens om de gaap- ruikmethode nog eens uit te voeren, terwijl u de manometer gebruikt. Als het water in de manometer ook dan niet of maar weinig naar u toe beweegt, kunt u hieronder lezen wat waarschijnlijk nog niet helemaal goed gaat en hoe u dat kunt verbeteren. Als het water stilstaat of maar heel weinig beweegt Controleer eerst of het stilstaan van de vloeistof wordt veroorzaakt doordat de slang wordt afgesloten, bijvoorbeeld tegen de binnenkant van een neusvleugel. De opening in de slang moet open blijven. Als de slang niet is afgesloten, wissel dan eens van neusgat: het ene neusgat is vaak beter doorgankelijk dan het andere neusgat. Als ook het wisselen van neusgat niet helpt, dan kan het zijn dat u de onderkaak of de tong te weinig heeft laten zakken bij de uitvoering van de gaap- ruikmethode. Voer de ruikbeweging nogmaals voor de spiegel uit en laat de onderkaak en de tong meer zakken. Doe alsof u iets heel groots aan het kauwen bent, maar houd de lippen wel goed op elkaar.