Page 9 - Reukrevalidatie voor gelaryngectomeerden
P. 9

Figuur 1: Normale anatomie met ortho- en retronasale luchtstroom Het waarnemen van geuren gebeurt met behulp van het eigenlijke reukorgaan; ook wel reukepitheel en reukzintuig genoemd. Dit is slechts een klein zintuig, van ongeveer één vierkante centimeter groot. Het bevindt zich in beide neusholten, aan de bovenrand van de concha nasalis superior en op het ertegenover gelegen vlak van het septum nasi. Figuur 2: Doorsnede door de neus Het reukepitheel is opgebouwd uit zintuigcellen, basale cellen, slijmklieren en steuncellen. De zintuigcellen zijn langgerekte cellen die aan de onderzijde in de neusholte dendrieten met reukharen bevatten. De reukharen, ook wel ciliën genoemd, liggen in een slijmlaagje en bevatten receptoren die de door de ortho- en retronasale luchtstromen vervoerde geurmoleculen opvangen. In deze slijmlaag die door de slijmklieren geproduceerd wordt, worden de geurmoleculen vervolgens opgelost, zodat de geurinformatie kan worden doorgegeven aan de zenuwvezels die zich aan de bovenzijde van het reukepitheel bevinden. Deze dunne vezels, de fila olfactoria, bundelen zich en lopen door de openingen in de zeefplaat (lamina cribrosa). Daar vormen ze samen de bulbus olfactorius. Dit is een kolfvormige structuur die onder het cerebrum tegen de voorhoofdskwab aan ligt. Het is het begin van de reukzenuw, de nervus olfactorius (n. I). Deze zenuw heeft verbindingen met het rhinencephalon. Hiertoe behoren de hersenstam, het limbische systeem, de hypothalamus en de hersenschors. Dit zijn de hersenstructuren die verantwoordelijk zijn voor het ruiken en wat daarmee samenhangt. 9 


































































































   7   8   9   10   11