Page 11 - Reukrevalidatie voor gelaryngectomeerden
P. 11

levensjaar begint de degeneratie zich te manifesteren. Dit wordt ook wel presbyosmie genoemd (Van Toller en Dodd, 1987). Door het verloop van dit proces kan 75% van de mensen boven de tachtig jaar niets meer ruiken (Doty, 1991). Er zijn verschillende stoffen die een negatieve invloed op het reukvermogen hebben, zoals benzine, aceton en ammoniak. Blootstelling aan dergelijke stoffen kan het reukvermogen schaden, waardoor het reukvermogen verslechtert (Hastings en Miller, 1997). Personen die tot beroepsgroepen behoren die regelmatig met deze stoffen in aanraking komen, zoals schilders en medewerkers van benzinestations, zouden dus over een verminderde olfactorische functie kunnen beschikken. Vrouwen kunnen doorgaans beter ruiken dan mannen, ook zijn zij meestal beter in het benoemen van geuren. Afgezien van deze vier invloedrijke factoren, maakt ieder mens wel eens een periode van tijdelijke vermindering van het reukvermogen door, bijvoorbeeld vanwege een slijmvlieszwelling gedurende een verkoudheid. Aan een vermindering of afwezigheid van de waarneming van geuren kunnen echter velerlei andere stoornissen ten grondslag liggen. Deze reukstoornissen kunnen perceptief of conductief zijn. Een perceptieve reukstoornis ontstaat door afwijkingen in de neurologische structuren die bij het ruikproces betrokken zijn, zoals het reukepitheel, de bulbus olfactorius en de betrokken hersenzenuwen. Dergelijke reukstoornissen zijn daardoor meestal irreversibel. Alleen bij perceptieve afwijkingen die gelegen zijn in het reukepitheel kan de reuk na verloop van tijd weer terugkeren, doordat het reukepitheel een regeneratief vermogen heeft. Oorzaken van perceptieve reukstoornissen zijn bijvoorbeeld traumata, beschadiging door chemicaliƫn, de ziekte van Parkinson en de ziekte van Alzheimer. Bij een conductieve reukstoornis wordt de orthonasale luchtstroom geblokkeerd. Dit kan onder andere worden veroorzaakt door een ernstige septumdeviatie, een slijmvlieszwelling of poliepen in de neus. Dit type stoornis kan meestal worden verholpen door medicatie of chirurgie (Broek en Feenstra, 1995). Zowel conductieve als perceptieve reukstoornissen kunnen in verschillende gradaties bestaan. Hiervoor worden onder andere de volgende benamingen gebruikt (Vissink et al., 2001): Anosmie: Hyposmie: Hyperosmie: Reuk-agnosie: het onvermogen om reukprikkels waar te nemen; een verminderd vermogen om reukprikkels waar te nemen; een toegenomen vermogen om reukprikkels waar te nemen; de onmogelijkheid om een reukprikkel te identificeren of te classificeren. De term normosmie wordt gebruikt wanneer men het over een adequaat reukvermogen heeft. Reuk en smaak zijn gerelateerd en afwijkingen die leiden tot een gestoorde smaak, zijn over het algemeen feitelijk reukstoornissen. Pure smaakstoornissen komen niet frequent voor, mede door de verspreide lokalisatie en de uitgebreide neuronale innervatie van de smaak receptoren. Vanwege deze directe relatie tussen geur en smaak volgt hieronder ook een vergelijkbare opsomming van de benaming van enkele smaakstoornissen: Ageusie: Hypogeusie: Hypergeusie: Smaak-agnosie: het onvermogen om smaakprikkels waar te nemen; een verminderd vermogen om smaakprikkels waar te nemen; een toegenomen vermogen om smaakprikkels waar te nemen; de onmogelijkheid om een smaakprikkel te identificeren of te classificeren. 11 


































































































   9   10   11   12   13