Page 66 - HHR-HNR 2.0
P. 66

Het effect van creatieve therapie bij volwassenen met de diagnose kanker is ge\u00EBvalueerd in de review van Wood en collega\u2019s (Wood, Molassiotis et al. 2011). In deze review werden 12 studies opgenomen. Ondanks een grote vari\u00EBteit in methodologie werden positieve effecten voor creatieve therapie gevonden. Er werden tendenties gezien in verbetering van kwaliteit van leven, betere coping en een vermindering van \u2018distress\u2019 (Wilson and Morris 2003, \u00D6ster, Svensk et al. 2006, Singer, G\u00F6tze et al. 2010). Echter moet opgemerkt worden dat alle interventies ingebed waren in een multidisciplinaire setting. De interventiegroep bevatte veelal vrouwen met borstkanker en lange termijneffecten werden niet onderzocht. Wood en collega\u2019s doen de aanbeveling om te investeren in creatieve therapie en verder onderzoek naar de effectiviteit daarvan (Wood, Molassiotis et al. 2011).\u000DDe uitkomsten van bovenstaande studies geven zowel neutrale als positieve bewijskracht betreffende het effect van psychosociale hulpverlening. Interessant is dat de afname van de ervaren stress, angst en \u2018distress\u2019 blijkbaar niet voldoende is om een \u2018meetbare\u2019 verbetering van de kwaliteit van leven te geven, wat mogelijk ook iets zegt over de sensitiviteit van de gebruikte meetinstrumenten. Al eerder is aangetoond dat studie-specifieke vragenlijsten onontbeerlijk zijn om de effecten van interventies in het hoofd-halsgebied te kunnen \u2018meten\u2019 (Op de Coul, Ackerstaff et al. 2005). Het onderzoeksveld van gerichte psychosociale hulpverlening na hoofd-halskanker staat ook nog in de kinderschoenen. Meer onderzoek in grotere groepen en specifiek in de hoofd-halskanker populatie zal gedaan moeten worden om het effect van psychosociale interventies te kunnen objectiveren. De psychosociale begeleiding die binnen de hoofd-halsrevalidatie in het Antoni van Leeuwenhoek aangeboden wordt is ingebed in een multidisciplinair revalidatieprogramma. Het effect van een multidisciplinaire werkwijze binnen de medisch specialistische oncologische revalidatie wordt beschreven in paragraaf 5.1.\u000D65\u000D


































































































   64   65   66   67   68