Page 24 - Reukrevalidatie voor gelaryngectomeerden

de gaap-ruikmethode adequaat lijkt uit te voeren, kan worden overgegaan op het oefenen met een manometer, zoals is beschreven in de volgende paragraaf. Manometer als hulpmiddel Een onmisbaar hulpmiddel bij de reukrevalidatie, voor zowel de gelaryngectomeerde als de logopedist, is een manometer. Op de afbeeldingen in deze handleiding en in de videoclips op de cd-rom is een speciale manometer te zien, die van plexiglazen buisjes is vervaardigd. Suggesties over hoe een eenvoudigere uitvoering van dit instrument kan worden gemaakt, staan vermeld in bijlage 5. Met een manometer kan makkelijk worden beoordeeld of de door de patiënt uitgevoerde beweging daadwerkelijk een orthonasale luchtstroom genereert. De mate van beweging en de bewegingsrichting van de vloeistof in de manometer geven hierover directe visuele feedback. Tevens kan hiermee een beter beeld worden gevormd van wat er eventueel mankeert aan de uitvoering van de gaap- ruikmethode door de patiënt. Vul de manometer voor gebruik eerst met water, tot aan het onderste indicatiestreepje. Figuur 10: Manometer gevuld met vloeistof In plaats van water kan ter bevordering van de zichtbaarheid ook een gekleurde vloeistof worden gebruikt. Op den duur kan de manometer daardoor wel verkleuren, wat de zichtbaarheid van de vloeistof uiteraard juist niet ten goede komt. De neusolijf die aan het uiteinde van de slang vastzit, moet vervolgens tegen een neusgat worden aangehouden, zodat dat neusgat goed is afgesloten van de buitenlucht. Het is belangrijk om te controleren of de opening in de neusolijf zich vrij in het neusgat bevindt en niet wordt afgesloten tegen het septum of de concha. Het contralaterale neusgat moet met een vinger worden dichtgedrukt, omdat daarin anders ook een luchtstroom ontstaat. Deze luchtstroom zou de verplaatsing van de vloeistofkolom in de manometer verminderen. Als het neusgat goed is afgesloten kan de gaap ruikmethode worden uitgevoerd. Dit wordt correct gedaan, wanneer de vloeistof in de manometer zich richting de neus van de patiënt beweegt. 24