Page 15 - Reukrevalidatie voor gelaryngectomeerden
P. 15
Figuur 5 Anatomie vóór totale laryngectomie Figuur 6 Anatomie na totale laryngectomie Indicaties voor een totale laryngectomie De eerste totale laryngectomie werd in 1873 uitgevoerd door de Weense chirurg Billroth (Gussenbauer, 1874). Tegenwoordig wordt deze operatie nog steeds uitgevoerd. In Nederland gebeurt dat per jaar bij ongeveer tweehonderdvijftig patiënten (Ackerstaff et al., 1990). Zeer ernstige dysfagieklachten of laryngeale fracturen kunnen in enkele gevallen een indicatie zijn voor deze operatie. Het larynxcarcinoom is echter de meest frequente aanleiding voor het uitvoeren van een totale laryngectomie. Daarnaast kan het hypofarynxcarcinoom ook een indicatie vormen voor deze ingreep. Niet iedere patiënt met een tumor in de larynx of hypofarynx wordt echter gelaryngectomeerd. Alleen grote, dat wil zeggen T4- carcinomen1 en recidief larynx en hypofarynxcarcinomen na radiotherapie worden 1 In de oncologie wordt een internationaal classificatiesysteem gebruikt voor het bepalen van het stadium van maligne gezwellen, ook wel carcinomen genoemd. Dit is het TNM-systeem. Deze letters staan voor tumor (gezwel), nodus (lymfeklier) en metastase (uitzaaiing) (Ferlito, 1993; UICC, 1997). Bij iedere patiënt kan met behulp van getallen tussen deze drie letters de grootte van de tumor, de grootte van eventuele uitzaaiingen via de lymfeklieren en de eventuele aanwezigheid van afstandsmetastasen worden aangegeven. Dit wordt de stagering genoemd. 15