Page 24 - HHR-HNR 2.0
P. 24

benadering met co\u00F6rdinatie door een revalidatiearts en er geen behandeling werd aangeboden maar een interventie gericht op zelfzorg.\u000D5.1.4 Kosteneffectiviteit van multidisciplinaire samenwerking\u000DDe evidentie voor de economische impact van medisch specialistische oncologische revalidatie is schaars, kosteneffectiviteitsstudies zijn voornamelijk uitgevoerd binnen de algemene medisch specialistische oncologische revalidatie, veelal gericht op de groep pati\u00EBnten met borstkanker. Voor het beoordelen van de kosteneffectiviteit gelden uitkomstmaten zoals gewonnen levensjaren of gewonnen voor kwaliteit van leven gecorrigeerde levensjaren (QALYs) (IKNL 2011). Economische evaluaties worden vaak pas uitgevoerd als er meerdere kwalitatief goede studies beschikbaar zijn die de effectiviteit van een interventie aantonen. Omdat effectiviteit een noodzakelijke voorwaarde is voor kosteneffectiviteit gaat bewijsvoering over effectiviteit altijd vooraf aan bewijsvoering over kosteneffectiviteit (IKNL 2011). In een review van Mewes e.a. werden zes artikelen beoordeeld waarbij de kosteneffectiviteit van algemene medisch specialistische oncologische revalidatie is gemeten. De studies hadden een grote vari\u00EBteit in manier waarop de economische impact werd ge\u00EBvalueerd. Ondanks deze lage vergelijkbaarheid werden in alle studies een positief kosten-effectiviteitsratio gerapporteerd (Mewes, Steuten et al. 2012).\u000DBinnen het Antoni van Leeuwenhoek is een kosteneffectiviteitsanalyse uitgevoerd van een preventief (slik)oefenprogramma vergeleken met gewone zorg (Retel, van der Molen et al. 2011). Het onderzoek is uitgevoerd binnen de groep pati\u00EBnten met hoofd-halsoncologie die gelijktijdig radiotherapie en chemotherapie ontvingen. Een gericht oefenprogramma met preventieve slikoefeningen werd aangeboden en hiermee werd een groot gedeelte van de pati\u00EBnten niet sondevoeding afhankelijk (Van der Molen, Van Rossum et al. 2009). Uit het onderzoek blijkt dat met een waarschijnlijkheid van 83% gezegd kan worden dat het programma kosteneffectief is. Met de kosten van \u20AC3.200/QALY is dit ver onder de gehanteerde ondergrens van \u20AC20.000/QALY (Retel, van der Molen et al. 2011). In 2015 is een vervolgonderzoek gepubliceerd waarbij de kosteneffectiviteit van verschillende benadering van preventieve trismusbehandeling is vergeleken binnen dezelfde groep pati\u00EBnten (Ret\u00E8l, van der Molen et al. 2015). Een groep pati\u00EBnten ontving standaard preventieve mondopening oefeningen een groep pati\u00EBnten ontving een preventief programma waarbij de TheraBite werd ingezet. Met een waarschijnlijkheid van 70% kan gesteld worden dat het TheraBite programma kosteneffectief is (Ret\u00E8l, van der Molen et al. 2015).\u000D5.1.5 Bewijsvoering en zelf-evaluatie\u000DDe medisch specialistische Richtlijn \u2018Oncologische revalidatie\u2019 benoemt het gebrek aan kennis over de effectiviteit en doelmatigheid van verschillende vormen van medisch specialistische oncologische revalidatie als kennishiaat (IKNL 2011). Er wordt aanbevolen om vervolgonderzoek op te stellen met gestandaardiseerde en valide uitkomstmaten zodat in de toekomst protocollen voor multidisciplinaire medisch specialistische oncologische revalidatie gebaseerd op evidentie opgesteld kunnen worden.\u000DBinnen dit document is alle beschikbare evidentie voor het aanbieden van het huidige hoofd- halsrevalidatie programma gebundeld. Het aangeboden hoofd-halsrevalidatie programma van het Antoni van Leeuwenhoek is uniek. De kwaliteit van de geleverde zorg wordt gewaarborgd door middel van continue evaluatie en implementatie van evidence-based handelswijzen. In de hier opvolgende hoofdstukken wordt per discipline de functionele problemen die ontstaan als gevolg van de oncologische behandeling besproken, het belang van goede signalering, diagnostiek,\u000D23\u000D


































































































   22   23   24   25   26