Page 32 - HHR-HNR 2.0
P. 32
behouden (niets per os). Deze auteurs concludeerden dat het behouden van een orale intake (gedeeltelijk of volledig) of het volhouden van de oefeningen, minder slikproblemen en minder sondevoeding afhankelijkheid lieten zien. En belangrijker nog, de groep die de orale intake \u00E9n de oefeningen vol konden houden, lieten de beste resultaten zien.\u000DWat opvalt, is dat het beperkt aantal studies waarbij geen voordeel wordt gevonden met betrekking tot preventieve sliktherapie (Ahlberg, Engstrom et al. 2011, Van den Berg 2014, Mortensen, Jensen et al. 2015), de compliance (therapietrouw) slecht tot matig is, er veel drop-outs zijn, er een heterogene groep is onderzocht (verschillende behandelmodaliteiten), er sprake was van een \u2018self-care-program\u2019 ofwel er nauwelijks tot geen begeleiding met betrekking tot de oefeningen was en/of dat de deelnemende pati\u00EBnten een \u2018uniek\u2019 oefenprogramma kregen aangeboden. Dit zijn belangrijke aspecten die de resultaten nadelig kunnen hebben be\u00EFnvloed.\u000DOndanks dat niet alle studies zijn gerandomiseerd, de aantallen over het algemeen klein zijn en de onderzoeksmethoden vari\u00EBren, zodat de uitkomsten moeilijk met elkaar te vergelijken zijn, concluderen wij dat preventieve oefentherapie zinvol in. Ook in een van onze eigen studies zien wij, zelfs op de lange termijn (>7 jaar post CRT), het effect en het belang van preventieve oefentherapie (Kraaijenga, Oskam et al. 2015). Aangezien wij recent ook hebben kunnen concluderen dat preventieve oefentherapie kosteneffectief blijkt te zijn, hebben wij dit opgenomen in het hoofd- halsrevalidatie programma (Retel, van der Molen et al. 2011, Ret\u00E8l, van der Molen et al. 2015).\u000D5.3.2 Stemproblematiek als gevolg van een tumor in het hoofd-halsgebied\u000DAls gevolg van de tumor in het hoofd-hals gebied en de behandeling daarvan veranderen kwaliteit en mogelijkheden van stem. Zo zijn bij pati\u00EBnten met een larynxcarcinoom de meest voorkomende klachten een vermoeiende fonatie en een hesere stem (Starmer, Tippett et al. 2008). Als dagelijks medium voor communicatie en drager van emoties, persoonlijkheid en identiteit van de pati\u00EBnt (Rosen and Sataloff 1997), heeft de stem grote invloed op het welbevinden van de pati\u00EBnt (Fung, Yoo et al. 2001, Peeters, van Gogh et al. 2004). Een verslechtering van de stem wordt veelal als een handicap ervaren (Fung, Yoo et al. 2001, Van Gogh, Verdonck-de Leeuw et al. 2006, Ma and Yiu 2011).\u000D5.3.2.1 Effecten van de oncologische behandeling op de stemgeving\u000DAfhankelijk van de grootte en de locatie van de tumor in het hoofd-halsgebied verschillen de behandelingsmodaliteiten en daarmee ook de gevolgen voor de functie van de stem. Kleinere tumoren kunnen meestal door middel van een enkele modaliteit worden behandeld: laser, operatie of radiatie. Bij vergevorderde tumoren wordt meestal een multimodale behandeling toegepast (zoals radio- en chemotherapie, of een operatie en radiotherapie) (Ward and Van As 2014).\u000DLaser chirurgie kan leiden tot verlittekening en verlies van weefsel waardoor het trillingspatroon aangetast wordt of er een onvolledige glottissluiting ontstaat (Van Loon, Sj\u00F6gren et al. 2012). Van Gogh e.a. onderzochten een groep pati\u00EBnten met larynxtumoren (n=106), die werden behandeld met laser chirurgie (n=67) en radiotherapie (n=39). De pati\u00EBnten werden voorafgaand aan de behandeling, 3, 6, 12 en 24 maanden na de behandeling gevolgd. Er werd een sneller herstel gezien binnen de groep pati\u00EBnten die behandeld werden met laser chirurgie behalve voor de grondtonen (fundamental frequency). Er werd een hogere toonhoogte gevonden in de laser chirurgie behandelde pati\u00EBnten, zelfs na 24 maanden (Van Gogh, Verdonck-de Leeuw et al. 2012).\u000DAls gevolg van een radiotherapeutische behandeling kunnen veranderingen in de stemgeving optreden. Dit is vooral het geval wanneer de larynx in het bestraalde gebied ligt. Bekende negatieve\u000D31\u000D