Page 41 - HHR-HNR 2.0
P. 41

protocol om het gebruik van de NAIM bij gelaryngectomeerden te testen (Risberg-Berlin, Ryden et al. 2008). Met dit protocol bleek de uitvoering van de NAIM significant te verbeteren en dat pati\u00EBnten hierdoor ook beter konden ruiken. Risberg-Berlin e.a. onderzochten later welke veranderingen er 3 jaar na de NAIM training waren opgetreden in ruiken, kwaliteit van leven en communicatie (Risberg- Berlin, Ryden et al. 2009). Hieruit bleek dat de NAIM training ge\u00EFntegreerd moet worden in een multidisciplinair revalidatieprogramma. Tevens toonde deze studie aan dat pati\u00EBnten die succesvol gerevalideerd waren wat betreft het ruiken en de communicatie over het algemeen goed scoren op de kwaliteit van leven vragenlijst en geen \u201Cmental distress\u201D ervaren. Ward e.a. toonde daarnaast in een recente studie aan dat pati\u00EBnten die intensief begeleid werden, na 6 weken significant beter konden ruiken dan pati\u00EBnten die een intensief, maar zelfstandig thuis-programma volgden (Ward, Coleman et al. 2010).\u000DNaast een verminderde/afwezige reuk, heeft een veranderde smaak (zei het minder dominant aanwezig dan de invloed van een verminderde reuk) ook een negatieve invloed op de orale intake en daarmee op kwaliteit van leven (Ward and van As-Brooks 2007). Bij gelaryngectomeerden is de smaaksensatie echter grotendeels verstoord als gevolg van de verminderde/afwezige reuk. Uit een studie van Van Dam e.a. bleek namelijk dat gelaryngectomeerden die niet konden ruiken een slechtere smaak ervaren en een sterkere afname van de smaak rapporteren vergeleken met goed ruikende gelaryngectomeerden en een \u2018controle groep\u2019 van ouderen (Van Dam, Hilgers et al. 1999). De smaak lijkt echter minder verstoord dan de reuk. Een verklaring hiervoor zou zijn dat als er \u2018netjes\u2019 gekauwd wordt met de lippen gesloten, er een onderdruk in de mond en neus ontstaat, zodat er een luchtstroom door de neus wordt opgewekt en er \u2019onbewust\u2019 geroken kan worden. Daardoor is de smaak beter als wanneer ruiken helemaal niet mogelijk is. Het is dus belangrijk om in eerste instantie de reuk te revalideren, maar daarnaast ook de smaak te stimuleren.\u000DIn conclusie: het wordt aanbevolen de reukrevalidatie met daarnaast een stukje smaak stimulering, te implementeren in de andere (noodzakelijke) revalidatie aspecten na een totale laryngectomie (stem- en spraak-, long- en slikrevalidatie) en deze intensief en geruime tijd voort te zetten. De beschikbaarheid van eenvoudige hulpmiddelen zoals een water manometer voor visuele feedback en een eenvoudige reuktest (Smell Disk Olfaction Test) ter evaluatie van de voortgang maken deze vorm van niveau 1 evidence-based revalidatie extra kansrijk (Briner and Simmen 1999, Hilgers, Jansen et al. 2002) .\u000D5.3.5 Perifere aangezichtsverlamming als gevolg van hoofd-halsoncologie\u000DAangezichtsverlammingen zijn onder te verdelen in centrale en perifere. Aangezichtsverlammingen van centrale aard ontstaan door afwijkingen in het centrale zenuwstelsel. Aangezichtsverlammingen van perifere aard ontstaan door een letsel in de loop van de nervus facialis (de zevende hersenzenuw). Ongeveer de helft van deze laatste verlammingen worden gediagnosticeerd als Bell\u2019s Palsy, wat waarschijnlijk een inflammatoire demyeliniserende aandoening van de nervus facialis is met voornamelijk een lymfocytair ontstekingsinfiltraat. De daadwerkelijke oorzaak voor deze perifere aangezichtsverlamming is idiopathisch (Mamoli, Neumann et al. 1977).\u000DEen aangezichtsverlamming kan worden veroorzaakt door een infectie, tumor, trauma of een operatie (Beurskens, van Rossum-Herraets et al. 1998). De incidentie in Nederland is 2:10.000 (Devriese, Schumacher et al. 1990). De aangezichtsverlamming kan zich onder andere uiten door een scheef gezicht, minder bewegingsmogelijkheden van het gelaat en/of ongewenste mee bewegingen van\u000D40\u000D


































































































   39   40   41   42   43