Page 42 - HHR-HNR 2.0
P. 42
mond en/of oog (synkinese). Daarnaast be\u00EFnvloedt een aangezichtsverlamming niet alleen de mimiek, maar ook functies als eten, drinken, praten en emotionele expressies (De Swart, Verheij et al. 2003, Beurskens and Heymans 2006).\u000D5.3.5.1 Effecten van de behandeling bij hoofd-halsoncologie\u000DBinnen het hoofd-halsrevalidatie programma zullen alleen de aangezichtsverlammingen veroorzaakt door een tumor gezien worden.\u000DMet betrekking tot een tumor in het hoofd-halsgebied kan het noodzakelijk zijn om in het proces van excisie van de tumor (voornamelijk bij parotistumoren) met marge (een deel van) de perifere nervus facialis op te offeren. Hierdoor kan verstoring van de mimiek optreden. Indien bij de operatie de mondtak beschadigd raakt treedt er verlies van tonus op in de periorale spieren, die afhankelijk van de elasticiteit van het gelaat leidt tot scheefstand van de mond naar de gezonde zijde en problemen met praten, eten en drinken. Schade aan de frontale tak leidt tot wenkbrauwptosis; schade aan de marginale tak tot onderlip dysfunctie (richtlijn hoofd-halstumoren 2015, https://www.radiologen.nl/268/8019/neuro-en-hoofdhalsradiologie/richtlijn-hoofd-halstumoren- 2015.html. Ook kan er sprake zijn van ingroei in de nervus facialis welke de aangezichtsverlamming kan veroorzaken.\u000D5.3.5.2 Meetmethodes aangezichtsverlamming\u000DOm de aard van de aangezichtsverlamming weer te geven kan er gebruik worden gemaakt van een graderingssysteem. Twee veel gebruikte graderingen zijn de House-Brackmann grading en de Sunnybrook Facial Grading System (House 1983, Ross, Fradet et al. 1996). Beiden zijn vertaald naar het Nederlands.\u000DDe House-Brackmann grading is een graderingssysteem, waarbij graad I staat voor een normale functie, graad II voor een lichte dysfunctie, graad III voor een matige dysfunctie, graad IV voor een matige tot ernstige dysfunctie, graad V voor een ernstige dysfunctie en graad VI voor een totale verlamming. Bij elke gradering worden een aantal kenmerken genoemd met betrekking tot de algemene functie, de symmetrie in rust en de symmetrie tijdens bewegingen (House 1983).\u000DDe Sunnybrook Facial Grading System geeft onder andere een scoring met betrekking tot de symmetrie van het oog, de wang en de mond in rust en bij bewegen vergeleken met de normale zijde en de synkinesen (mate van onwillekeurige spiercontractie). De drie scores worden vervolgens bij elkaar opgeteld om een samengestelde score te krijgen (Ross, Fradet et al. 1996). Hoe lager de graad/score hoe beter de functie, meer symmetrie in het gelaat.\u000DAangezien de aangezichtsverlamming de kwaliteit van leven nadelig kan be\u00EFnvloeden zijn er ook vragenlijsten ontwikkeld om dit in kaart te brengen.\u000DDe Facialis beperkingen index (FBI) is een vragenlijst welke 10 vragen bevat (VanSwearingen and Brach 1996). Er vindt een onderverdeling plaats in Fysieke functie (vraag 1 t/m 5, met een score van 0-5, waarbij 5 = Geen problemen en 0 = Gewoonlijk at ik niet vanwege andere redenen) en Sociaal/welbevinden functie (vraag 6 t/m 10, met een score mogelijkheid van 1 t/m 6, waarbij 1 = de hele tijd en 6 = geen enkele tijd. NB: behalve bij vraag 6 waarbij de vragen 6 t/m 1 zijn omgedraaid). De FBI score bestaat uit een Fysieke functie score ((totaalscore vraag 1 t/m 5 \u2013 aantal vragen beantwoord)/aantal vragen beantwoord) * (100/4)) en de Sociaal/welbevinden functie ((totaalscore vraag 6 t/m 10 \u2013 aantal vragen beantwoord)/aantal vragen beantwoord) * (100/5)). Uit deze\u000D41\u000D