Page 48 - HHR-HNR 2.0
P. 48

In de intake wordt ten behoeve van vaststelling van de ernst van de klacht en voor evaluatie gebruik gemaakt van de Shoulder Pain And Disability Index (SPADI) en/of de Neck Dissection Impairment Index (NDII). Beide schalen zijn betrouwbaar en valide voor het gebruik in deze populatie (Stuiver, ten Tusscher et al. 2016). Daarnaast wordt een bewegingsonderzoek uitgevoerd ter beoordeling van de arthrogene functie, de spierfunctie en het functioneel bewegen in relatie tot de hulpvraag. Doelen t.a.v. gebruik van de schouder in het dagelijks leven (inclusief werk) worden gesteld m.b.v. de Pati\u00EBnt Specifieke Klachtenlijst (PSK) (Beurskens, Koke et al. 1999, Stevens, Beurskens et al. 2013), zodat het oefenprogramma waar van toepassing hierop kan worden toegesneden. De PSK is een meetinstrument dat de belangrijkste problemen die een cli\u00EBnt ervaart en die de cli\u00EBnt zou willen zien veranderen, inventariseert een prioriteitswaarde aan geeft (Beurskens, Koke et al. 1999). De pati\u00EBnt kan op een keuzelijst de relevante probleemgebieden aanvinken. Ook is er een vrij tekstveld waar een probleemgebied kan worden ingevuld, welke niet in de lijst voorkomt. Uit de aangekruiste problemen worden door de pati\u00EBnt de vier belangrijkste gekozen. Voor deze problemen wordt de ernst van het probleem gescoord met behulp van een visueel analoge schaal (VAS). De PSK is niet speciaal gevalideerd voor gebruik bij medisch specialistische oncologische revalidatie. Het gebruik van een VAS score voor het evalueren van veranderingen in een probleemgebied is echter een methode die over het algemeen valide, betrouwbaar en responsief is gebleken (Carlsson 1983).\u000D5.5.1.2 Interventies bij (dreigende) schouderklachten na hoofd-hals oncologische behandeling\u000DIn de literatuur zijn verschillende fysiotherapeutische programma\u0027s na halsklierdissectie beschreven. Methodologisch goed opgezette studies zijn echter schaars. De interventies zijn vooral gericht op het verbeteren van schoudermobiliteit, pijn en het registeren van beperkingen. Er zijn geen interventiestudies die zich hebben gericht op arbeidsre\u00EFntegratie.\u000DIn een kleine gerandomiseerde studie (RCT) (n=32), met een hoog risico op bias, werden alle pati\u00EBnten na een halsklierdissectie verdeeld over een controlegroep die alleen advies kreeg en een interventiegroep die fysiotherapie kreeg, gericht op het verbeteren van passieve en actieve mobiliteit, stabiliteit en houding (Lauchlan, McCaul et al. 2011). Het effect werd ge\u00EBvalueerd op basis van de verschilscores voor schouderfunctie (ASESSA en Constant) en kwaliteit van leven (Short Form-12 Health Survey (SF12) component scores) van de preoperatieve situatie en 12 maanden daarna. Er werden geen significante verschillen gevonden, hoewel de interventie groep een grotere verbetering in physical component score had dan de controlegroep. De resultaten van deze studie zijn moeilijk te duiden, omdat er geen informatie beschikbaar is over de ernst van de uitval van de N. accessorius (NXI) en daarmee over de indicatie voor fysiotherapie. De studie biedt in elk geval geen rechtvaardiging om alle pati\u00EBnten standaard uitgebreide fysiotherapie voor te schrijven na een halsklierdissectie, ongeacht hun klinische status.\u000DVoorselectie van pati\u00EBnten met huidige klachten- of beperkingen of een hoog risicoprofiel op het ontstaan daarvan, in combinatie met een hulpvraag, is waarschijnlijk een doelmatiger benadering.\u000DIn een gerandomiseerde studie (n=62) werd het effect op schouder functie en \u2013beperkingen onderzocht van geprotocolleerde oefentherapie onder supervisie van een fysiotherapeut, in vergelijking met alleen informatie en verstrekking van een boekje met thuis uit te voeren standaard oefeningen (McGarvey, Hoffman et al. 2015). In deze studie werden alle pati\u00EBnten met uitval van de NXI na een halsklierdissectie ge\u00EFncludeerd. Er werd een klein effect gevonden op herstel van schouderabductie, maar alleen bij drie maanden follow-up en alleen in de per protocol analyse. Compliance met de interventie was redelijk tot matig, maar er was sprake van contaminatie (25%).\u000D47\u000D


































































































   46   47   48   49   50