Page 58 - HHR-HNR 2.0
P. 58
handelen in kaart te brengen; de problemen die de cli\u00EBnt ervaart op het gebied van wonen en zorgen, leren en werken, spelen en vrije tijd worden ge\u00EFnventariseerd. Na het vaststellen van de problemen, geeft de pati\u00EBnt een score voor de belangrijkheid van de activiteit waarbij hij/zij problemen ervaart op een schaal van 0-10. Toepasbaarheid, validiteit en responsiviteit van de test wordt in de literatuur als goed omschreven. De test-hertest betrouwbaarheid is echter matig, vanwege de semigestructureerde vorm van testafname (Carswell, McColl et al. 2004).\u000DNaast het standaard gebruik van de COPM kunnen klachten-specifieke meetinstrumenten een beeld geven van de gevolgen van symptomen als pijn en vermoeidheid. Binnen de medisch specialistische richtlijn \u2018Oncologische revalidatie\u2019 wordt aanbevolen om voor kanker gerelateerde vermoeidheid een multidimensionale vragenlijst te gebruiken die zowel de fysieke, emotionele als mentale aspecten van vermoeidheid meet. Op basis van consensus is dit de Multidimensionale Vermoeidheid Index (MVI) geworden, hiermee kan kanker gerelateerde vermoeidheid systematisch in kaart gebracht worden (IKNL 2011). Binnen het Antoni van Leeuwenhoek wordt deze vragenlijst afgenomen door de fysiotherapeut. Pijnklachten worden klinimetrisch beoordeeld door de hoofd-hals-/ oncologieverpleegkundige met behulp van een visuele analoge schaal (VAS) (IKNL 2011).\u000D5.6.3 Aangeboden interventies en evidentie\u000DNadat de ergotherapeut in samenwerking met het multidisciplinaire team de functionele problemen van de pati\u00EBnt heeft gebracht worden SMART-doelen opgesteld en wordt een plan van aanpak gemaakt. Doelen zijn gericht op handelen en participeren van de pati\u00EBnt in zijn omgeving. Wanneer de specifiek gewenste uitkomsten en doelen zijn geformuleerd kan de therapeutische situatie en de vormen van interventies binnen het team en met de pati\u00EBnt besproken worden. Interventies zijn gericht op het verbeteren van de uitvoering van betekenisvolle activiteiten waarbij deze activiteiten als therapiemiddel ingezet worden. In de hier opvolgende sectie worden ergotherapeutische interventies besproken die frequent worden aangeboden binnen de hoofd-halsrevalidatie.\u000D5.6.3.1 Health Counseling\u000DDe therapeut heeft binnen de ergotherapie een ondersteunende rol in het vergroten van zelfmanagement en het probleemoplossend vermogen van de pati\u00EBnt. Binnen het Antoni van Leeuwenhoek wordt hierbij gebruik gemaakt van Health Counseling (Gerards and Borgers 1997). Health Counseling wordt gedefinieerd als het begeleiden van pati\u00EBnten met de bedoeling hen te motiveren deze adviezen te accepteren, daadwerkelijk uit te voeren en vol te houden op de lange termijn. Hierbij wordt een beroep gedaan op de actieve participatie en eigen verantwoordelijkheid van de pati\u00EBnt. Autonomie, actieve participatie en eigen verantwoordelijkheid zijn essentieel om de doelen binnen de alledaagse activiteiten te kunnen behalen (Gerards and Borgers 1997). Een veelgebruikt middel in Health Counseling zijn de principes van motiverende gespreksvoering. Motiverende gespreksvoering is bedoeld om veranderingen in gedrag te bevorderen door het helpen verhelderen en oplossen van ambivalentie ten aanzien van verandering (Rubak, Sandbaek et al. 2005). Het gebruik van motiverende gespreksvoering binnen therapeutische interventies is effectief gebleken in het bevorderen van gedragsverandering. Motiverende gespreksvoering blijkt effectiever te zijn dan een traditionele benadering waarbij advies wordt gegeven (Burke, Arkowitz et al. 2003, Rubak, Sandbaek et al. 2005).\u000D57\u000D